Ik ben van nature een slaapkop. Als kind vond ik het al nooit erg om naar bed te gaan en nog steeds verwonder ik mij, na een lange wandeling of een wedstrijd hardlopen, over het herstellend vermogen van je lichaam tijdens slaap. Ook voor je geest is slaap belangrijk om alle indrukken, ervaringen en emoties van de dag te verwerken. Ik kan ook overal slapen; in slaapzalen (met oordoppen), tijdens lange vluchten, opgevouwen in bussen, staand in treinen of deinend op een boot en ben hier op mijn vele reizen altijd dankbaar voor geweest. Om op mijn best te functioneren heb ik acht tot tien uur slaap per nacht nodig én regelmaat. Jetlag is mijn grote vijand en slapen op een andere tijd dan mijn lichaam gewend is resulteert in slapeloze nachten en ik heb dan ook echt één dag per uur tijdsverschil nodig om hieraan te wennen.
En toch sta ik om 23:30 uur klaar voor de start van de Nacht van de Vluchteling. Niemand ontvlucht zijn land als het er veilig is en het wordt tijd dat we vluchtelingen als mensen zien en niet andersom. De Laurenskerk is prachtig verlicht en op dit moment komen de wandelaars van de tien en twintig kilometer nog binnen. Normaal gesproken lig ik al op bed op dit tijdstip en nu moet ik nog beginnen aan de veertig kilometer. Acht uur wandelen, als alles meezit, van Rotterdam naar Den Haag. Ik zie niet op tegen die veertig kilometer, want ik weet dat het pas na vijftig kilometer zwaar begint te worden voor mij, maar ik ben bang dat ik moet vechten tegen de slaap. 's Middags heb ik wel nog twee uurtjes op bed gelegen en ik voel me nu nog fris en wakker maar hoe gaat het halverwege?
Na het startsein loop ik de regen in en langs de Rotte, Rotterdam uit. Ik zit in de eerste startgroep met een reden, want hoe eerder ik aankom des te sneller ik mijn bed in kan. Voor de eerste rustplaats op zes kilometer gaat het al fout. De leidende ooi, in dit geval een ram, loopt verkeert en de hele kudde volgt. We beseffen dat we niet goed zitten en keren om totdat we weer een pijl zien staan. Wijze les, loop nooit blindelings achter iemand aan, vooral niet in het donker. Na de eerste stop merk ik dat door de gesprekken om mij heen ik niet de rust en de stilte beleef van een nachtelijke wandeling en besluit muziek op te zetten. In mijn eigen bubbel wandel ik verder en mijn geest vindt rust in de muziek en de natuur om mij heen. Lichtjes in bomen wijzen de weg over paden, door bossen en langs water. Deze sluiproute van Rotterdam naar Den Haag is groener dan ik had verwacht en omdat ik redelijk vooraan loop heb ik de ruimte om in mijn eigen tempo te wandelen. De nacht blijft, op de eerste vier kilometer na, droog en de temperatuur is aangenaam. De tweede rustplaats is op de helft en ik kom er rond 03:00 uur klaarwakker aan. Ik neem korte pauzes van hooguit een kwartier en loop dan weer verder de nacht in en het zonlicht tegemoet. Nu pas merk ik hoe kort de nachten zijn in deze tijd van het jaar en het nergens écht donker is geweest. De lucht kleurt weldra roze en oranje en de laatste anderhalf uur loop ik in daglicht, via Voorburg en de laatste korte rust én het eerste kopje koffie van de dag bij Huygens' Hofwijck, Den Haag in.
Ik voel mij energiek en fit als ik om 7:15 uur bij Amare feestelijk onthaald word en de wandeling in minder dan acht uur volbracht heb. De slaap overvalt mij in de trein terug naar Dordt en bij aankomst voel ik even de stijfheid in mijn benen, op de fiets naar huis, waarna totale ontspanning volgt als mijn hoofd mijn kussen raakt en ik zonder schaapjes te tellen, moe maar voldaan in slaap val.
Tot snel.
Reactie plaatsen
Reacties