Ze zit in een rolstoel. Haar door artrose getekende handen proberen in het stressballetje te knijpen. Zojuist hebben we meegedaan aan de Spierdaagse en ze krijgt een stressbal, een roos en een medaille als beloning. Ik krijg ook een roos van de organisatie voor de hulp. Ze kijkt met een glimlach naar het balletje en doet haar best harder te knijpen. "Weet je wat ik nu het meeste mis? De korfbal. Ik heb jarenlang gekorfbald in het eerste team. We deden alles samen. Trainen natuurlijk, maar ook als er iemand ging trouwen of een kind kreeg, we waren er altijd voor elkaar. Die saamhorigheid die mis ik, en het korfballen natuurlijk." Ze doet nog een poging om het balletje in te knijpen, maar het lukt niet. "Die artrose hé, ik heb geen kracht meer in mijn handen." Even later breng ik haar weer terug naar haar kamer en geef haar de roos die ik voor haar heb vastgehouden en de mijne erbij. "En jij dan, vraagt ze?" "Ik geef hem aan u, als dank voor de fijne dag." "Dankjewel", zegt ze met een glimlach en knijpt even in mijn hand.